Iemand kan hiv krijgen via de lichaamsvloeistoffen van mensen die al hiv hebben. Hiv kan worden doorgegeven via:
Besmet sperma, vaginaal vocht en bloed van de menstruatie kunnen uw lichaam binnenkomen langs het slijmvlies van de aars, eikel van de penis, vagina en mond.
Besmet bloed kan ook rechtstreeks in uw bloed komen door gebruikt materiaal voor injecties te delen of door bloedtransfusie. Besmetting door bloedtransfusie gebeurt bijna nooit in Europa, omdat het bloed op hiv wordt getest.
Ten slotte kan hiv worden doorgegeven via moedermelk tijdens de borstvoeding.
Besmetting via seks
- Door vaginale seks of anale seks zonder condoom met iemand die hiv heeft.
- Er is een heel klein risico op besmetting met hiv door orale seks (als er sperma of bloed van iemand met hiv in uw mond komt en uw huid is daar beschadigd).
Met de juiste behandeling kan iemand die hiv-positief is hiv bij seks zonder condoom bijna niet meer doorgeven.
Besmetting op een andere manier
- Van moeder op kind tijdens de zwangerschap of bevalling of via borstvoeding. Met de juiste behandeling kunnen vrouwen met hiv gezonde baby’s krijgen.
- Door gebruikt materiaal voor injecties te delen met iemand die hiv heeft.
- Door bloedtransfusie. Dit gebeurt bijna nooit in Europa, omdat het bloed op hiv wordt getest.
Geen besmetting via sociaal contact
U krijgt géén hiv van sociaal contact. Bijvoorbeeld door een glas of bord te delen met iemand met hiv of door elkaar aan te raken of te kussen.
U kunt niet weten of iemand hiv heeft door naar hem/haar te kijken.
Bescherming tegen hiv
Mensen met hiv kunnen anderen besmetten als ze geen behandeling krijgen. Veel mensen weten niet dat ze hiv hebben. Bescherm uzelf en gebruik condooms bij seks.